TOESPRAAK EREVOORZITTER JAN VAN GALEN BIJ UITVAART PIET VAN HEUSDEN

Beste familie, vrienden, vrienden uit de sportwereld,

Namens de Sociëteit Olympisch Stadion mag ik stilstaan bij de finish van ons zeer gewaardeerd lid Piet van Heusden.

De eerste keer dat ik Piet gezien heb – of beter gezien móet hebben – was bij de start van de Tour de France in 1954, vanuit het Olympisch Stadion. Ons stadion. Piet stond daar als de wereldkampioen achtervolging op de baan, die hij twee jaar daarvoor in Parc de Prince in Parijs was geworden.
De Tour in Amsterdam was ook toen al een internationaal spektakel met tal van vedetten aan de start, maar de ogen waren ook gericht op hem. Piet was ook een vedette, maar ook geliefd ras-Amsterdammer, zeker op deze specifieke startplaats, namelijk de wielerbaan rond het voetbalveld van het stadion.

Die baan genoot internationale faam. Wereldtoppers als Jan Derksen en Arie van Vliet en vele andere, onder wie Piet vochten heroïsche gevechten uit, die door wel 40 duizend toeschouwers werden gevolgd.

Ik was erbij in ’54 bij die start, maar kan een blik op Piet ook gemist hebben. Want ik zat op schoot bij mijn vader en ik was nog maar twee jaar oud.
Ik herinner mij er dan ook niks van, maar het is een aardig verhaal en Piet vond het altijd vermakelijk als ik het weer eens ter berde bracht tijdens een van onze bijeenkomsten van de Sociëteit Olympisch Stadion.

De SOS is in 1967 opgericht en was een club voor louter en alleen heren die er op een of andere manier toe deden in de sportwereld. Er werd een borrel gedronken, gekegeld en gekaart. En werd naar DWS, Blauw Wit en naar de grote internationale wedstrijden van Ajax gekeken. En naar het baanwielrennen. Daar was Piet natuurlijk bij.
Maar hij was nog geen lid.

Te druk met zijn eigen leven en de wielerwereld buiten het stadion, zoals bij Olympia, de wielerbaan in Sloten en Olympia ’s Tour door Nederland.

Piet werd lid in 2000, toen het Olympisch stadion in alle oude glorie herrees uit de betonnen kolos die het jaren was geweest om meer toeschouwers te kunnen herbergen en werd weer omgetoverd tot het prachtige gebouw, waarin de Olympische Spelen van 1928 werden gehouden.
Piet vond het prachtig dat zijn stadion, na jarenlange vrees voor de slopershamer werd behouden.
Maar om de exploitatie van het stadion mogelijk te maken was de wielerbaan eruit gesloopt en waren er in de voormalige catacomben, waar de renners voor en na de wedstrijden verbleven, nu bedrijven gevestigd, van waaruit je nu rechtsreeks het veld en de sintelbaan op kon kijken.

Piet vond dat wel betreurenswaardig, maar hij was een nuchtere Amsterdammer, die aanvaardde dat dít het was of anders sloop.
Hij was vooral blij dat hij er weer kon komen, voor alle activiteiten die het stadion opnieuw ging bieden. Het lidmaatschap van de SOS paste daar prima bij.
In de nieuwe tijdgeest was de SOS ook een plek geworden om maatschappelijke debatten te voeren over het sport en vooral ook een plek om onze sporthistorie in ere te houden. Daar hoorden zeker ook het duiden van de wielrennerij bij.

Naast Piet werden fenomenen als Peter Post, Jan Derksen, Henk Faanhof, Joop Middelink, Harry Mater, Herman Krot en Piet de Wit ook lid.
Zo was elke bijeenkomst van de SOS voor hen ook weer een reünie.

Piet was niet al te nadrukkelijk aanwezig, maar ook weer wel. Piet was Piet.
Oud-wereldkampioen met statuur, en rustige vent, maar ook een eigenwijze Mokumer die niet op zijn mondje was gevallen. Maar zeker geen opschepper.
Daar waar ik hem in mijn speeches als voorzitter regelmatig noemde en roemde, keek hij er wat ongemakkelijk bij.
Doe maar gewoon, dat was vroeger, hoorde je hem denken.

Piet was er in de SOS nagenoeg altijd bij. Vaak met zijn lieve vrouw Fokje, die het ook leuk vond in dit gezelschap. Tot het niet meer ging en Piet zonder haar moest komen.
Als het weer eens een thema-avond over wielrennen ging kwam Piet aan het woord. Niet omdat hij opstond, maar omdat de presentator als vanzelf met de microfoon naar hem toeging.
Dan kwam Piet met een korte, maar kraakheldere en soms ook kritische mening. Er werd naar hem geluisterd.

Toen hij 90 werd heeft de SOS in het stadion een hele avond aan hem en zijn carrière gewijd.
Hij maakte er zelf niet de Piet Show van, want op alle relevante vragen gaf hij een relativerend antwoord. Maar wij zetten hem gewoon neer in de eregalerij der Grote Renners. En dat vond hij toch wel mooi.

Zo ook het eerbetoon dat hem in 2017 ten deel viel bij de opnieuw in het leven geroepen Ronde van de Orteliusstraat, die zijn naam meekreeg: De Grote Prijs Piet van Heusden.
Het Parool plaatste een prachtige foto van deze krasse knar, in zijn oude wollen koerstrui en gebogen over het stuur van zijn geliefde fiets uit de jaren vijftig.
Hij had een niet al te rijk, maar toch zeer rijk leven gehad, zei hij er toen bij.

En Piet fietste nog haast elke dag.
Dat bleef hij doen, op zijn eigen tempo, tot het echt niet meer kon. Dat gold ook voor zijn bezoeken aan de Sociëteit Olympisch Stadion; tot het echt niet meer kon.
Wij gaan hem oprecht missen.
En wij weten niet of er wordt gekoerst in de Hemel, maar zo niét, dan pakt Piet vast een fiets en begint hij ermee.

Sociëteit Olympisch Stadion

De Sociëteit Olympisch Stadion is een vereniging van mensen met een groot hart voor de sport – voor Olympische inspiratie en uitwisseling. Haar bijzondere ledenbestand is rijk aan (top)sporters, sportorganisatoren, -bestuurders en -journalisten. Al sinds 1967 huizen wij in het mooiste clubhuis van Nederland, het Olympisch Stadion. Vanuit de plek waar het Olympisch Vuur broeit, organiseren wij borrels, debatten en evenementen met aandacht voor ‘t verleden, de actualiteit en de talenten van de toekomst.

Tweets