SOS meets Marco van Basten

Door Maarten Bax

Een afgeladen volle zaal, donderdag 7 maart in het Frans Otten Stadion. Logisch, daar kondigde, namens de Sociëteit Olympisch Stadion, gastheer Ger Koopman niemand minder dan Marco van Basten aan. De ex-profvoetballer leidde ons land in 1988 naar de Europese titel en in 1992 werd hij verkozen tot Wereldvoetballer van het Jaar. Zo maar twee prijzen op zijn eindeloze erelijst. Jan van Galen interviewde hem.

We herinneren ons allemaal nog wel de beelden toen Van Basten in 1995, pas 30 jaar oud, na een lange medische strijd zijn afscheid aankondigde. Een tot de nok toe gevuld San Siro was tot tranen toe geroerd. De inmiddels 54-jarige Van Basten moest zijn carrière vroegtijdig beëindigen door een slepende enkelblessure, maar nu… Nu zit hij plots voor ons, de vedette van toen squasht zelfs bijna dagelijks in het Frans Otten Stadion!

“Ik kwam bij toeval met squash in aanraking. Toen tennissen – wat ik lange tijd met heel veel plezier gedaan heb – voor mijn enkel ook iets teveel werd, moest ik eerst fietsen en zwemmen. Maar omdat ik meer van spelletjes met winnen en verliezen houd, ben ik gaan tafeltennissen. Toen ik trainer van Heerenveen was, kwamen we op een dag op een squashbaan terecht. Ik had dat nog nooit gedaan, maar vond dat eigenlijk best leuk. Na wat oefenen, heb ik sinds 2014 ongeveer de smaak te pakken. De laatste jaren ben ik bijna dagelijks hier op het Frans Otten te vinden. Mijn enkels houden het omdat squash een sport is die je op de voorvoeten doet. Ik kan niet voetballen, tennissen of joggen omdat je daar je enkels bij moet afwikkelen. En mijn enkel is indertijd vastgezet…”

* Hoe heb je Real Madrid tegen Ajax beleefd?

“Ik werd daar heel erg fanatiek en enthousiast van. Ik zat thuis met een vriend voor de televisie. Hele aparte wedstrijd. Verwacht er niet veel van, maar ging vanaf begin goed. En na die eerste goal denk je: ‘Het zal toch niet?’ Na die tweede goal werd ik heel nerveus. Dan probeert het objectief te bekijken, maar je wordt toch weer gelijk fan. Het was een geweldige wedstrijd waar alles inzat van drama en verdriet tot enthousiasme en vreugde. Het leuke was; je speelt tegen het grote Real Madrid, maar als je het over twee wedstrijden bekijkt, heeft Ajax gewoon verdiend gewonnen. Ze hadden het beste van het spel, ondanks dat je een ‘mindere portemonnee hebt’.

Frenkie de Jong en Mathijs de Ligt zijn twee bijzonder goede spelers, die echt wereldtop kunnen worden. Als je De Ligt na de wedstrijd hoort praten. Die jongen is pas negentien, maar toch al een heel evenwichtige jongen. Als hij niet geblesseerd raakt, wordt hij de komende vijftien jaar smullen. Hij organiseert, regelt… Hij geeft gewoon de leiding, is echt de baas. Mooi om te zien.

Of je De Jong met Johan Cruijff kan vergelijken? Nee, die zijn niet te vergelijken. Johan was zo snel als water, was een aanvaller. De Jong is een middenvelder, die het spel van achteren naar voren brengt. Hij lijkt meer op Pirlo, die ook voor de verdediging speelde. De Jong overdreef tegen Real een keer. Niet slim, moet hij niet doen. Maar voor de rest… Alles wat goed, ziet er makkelijk uit.”

Er wordt een video met tal van zijn doelpunten vertoond… Van Basten met een vette glimlach: “Dat ziet er inderdaad wel heel goed uit. Thuis kijk ik nooit naar dit soort beelden. Als kind ging er geen dag voorbij dat ik geen bal raakte. Ik sliep bij wijze van spreken met een bal. Wanneer ik mijn ultieme periode beleefde, bij Ajax of AC Milan? Bij Ajax gingen we elke zondagavond na de wedstrijd uit, in Milaan was alles veel professioneler geregeld.”

* Je werd trainer voordat je het wist. Zo was je in mum van tijd zelfs bondscoach…

“Johan (Cruijff, red.) had veel invloed. Ik kreeg bij hem thuis in Barcelona, van hem en De Telegraaf (lees: chef voetbal Jaap de Groot) de zegen. Het was een mooie manier om het vak te leren, maar dat moet je maar niet doorvertellen. Slechts acht keer per jaar kwam je samen, je had veel tijd om je goed voor te bereiden. Ik probeerde me altijd zo op te stellen dat je het samen met de spelers kon beslissen. Ik stond open voor allerlei soorten suggesties.”

* In je tijd bij Heerenveen twijfelde je even aan jezelf als coach, toch?

“Ik moet wel zeggen, het trainersvak is heel moeilijk. Jij bent degene die zegt wat er moet gebeuren. Iedereen staat je de hele dag aan te kijken en dat vond ik best heel zwaar. Je moet echt overal bovenop zitten. En waar moet je aan voldoen als goede trainer? Het is een ervaringsvak. Je zou zeggen, dat als mensen langer trainer zijn, ze een betere trainer worden. Louis van Gaals laatste job was bij Manchester United. Dat ging niet echt heel goed, terwijl hij toch, als het een ervaringsvak is, op zijn top moest zijn geweest. Mourinho’s laatste klus bij United verliep ook niet goed. Guardiola. Ik heb laatst beelden gezien hoe hij zijn jongens toesprak en vroeg me af: Is dat dan het geheim? Het gaat erom dat je met de groep waarmee jij werkt de juiste klik krijgt.”

* Je hebt bij de FIFA gewerkt…

“Toen ik indertijd als trainer bij AZ zat, werd ik gevraagd om naar de FIFA toe te gaan. Zvonimir Boban, waarmee ik bij AC Milan had gevoetbald zocht iemand die de groep een beetje kon versterken. Hij belde me op en vroeg of ik interesse had. En dat had ik wel. Ik praat graag over voetbal, spelregels… Uiteindelijk ben ik in Zürich gaan wonen. Ik zou een beetje gaan vernieuwen, het stof eraf blazen. Maar ik was te rigoureus, te snel… Dat ging een klein beetje wrijven. Toen voelde ik al dat ik bij een aantal zaken niet meer serieus werd genomen, ook niet meer voor werd uitgenodigd… Met Boban had ik af en toe een discussie die een beetje hard was. Met een afkoopsom is het beëindigd. Jammer.”

* En wat vind je van de VAR?

“In het algemeen is die goed. Maar het is het eerste jaar en dan zie je nog vele onduidelijkheden. Ik heb vanaf het eerste moment gezegd: maak er teams van. De scheidsrechter en zijn assistenten moeten elkaar kennen. Binnen een paar seconden moeten ze immers hele belangrijke beslissingen nemen. Dus zo’n team van vijf man moeten samen wedstrijden afgaan. Als ze fouten maken, leren ze er samen van, worden ze daar beter van.”

Bovenstaande is slechts een samenvatting van het interview. Van Basten nam alle tijd voor de Sociëteit Olympisch Stadion, maar op een gegeven moment moest aan de zeer interessante en vermakelijke themabijeenkomst toch écht een einde gemaakt worden…

* Auteur Maarten Bax is sportjournalist en schrijver van vele sportboeken. Deze zomer komt de door hem geschreven biografie van Wesley Sneijder uit.

Sociëteit Olympisch Stadion

De Sociëteit Olympisch Stadion is een vereniging van mensen met een groot hart voor de sport – voor Olympische inspiratie en uitwisseling. Haar bijzondere ledenbestand is rijk aan (top)sporters, sportorganisatoren, -bestuurders en -journalisten. Al sinds 1967 huizen wij in het mooiste clubhuis van Nederland, het Olympisch Stadion. Vanuit de plek waar het Olympisch Vuur broeit, organiseren wij borrels, debatten en evenementen met aandacht voor ‘t verleden, de actualiteit en de talenten van de toekomst.

Tweets