Een heuse erewedstrijd voor de 75-jarige Sjaak Swart, Sjakie voor de Amsterdammers, Paco, voor de
voetballiefhebbers. Of Mister Ajax.
Niet Johan Cruijff, niet Pietje Keizer, nee, Sjaak Swart is Mister Ajax, erelid ook van zijn kluppie. Het reglement bij Ajax dat een oud-speler geen erelid kon worden, moest er voor worden ondersteboven gegooid. Sjaak Swart, vroeger eigenaar van een sigarenzaak in de Reinwardtstraat, bij het station Muiderpoort, sliep in een rood-witte pyama.
voetballiefhebbers. Of Mister Ajax. Niet Johan Cruijff, niet Pietje Keizer, nee, Sjaak Swart is Mister Ajax, erelid ook van zijn kluppie. Het reglement bij Ajax dat een oud-speler geen erelid kon worden, moest er voor worden ondersteboven gegooid. Sjaak Swart, vroeger eigenaar van een sigarenzaak in de Reinwardtstraat, bij het station Muiderpoort, sliep in een rood-witte pyama.
Hij was ook Ajax, kende geen andere club dan Ajax en ik weet nog dat oud-voorzitter Jaap van Praag moest lachen toen Sjaak bij onderhandelingen over een nieuw contract dreigde naar een andere club te gaan. Dat was net zoiets als tulpen plukken op de maan. Sjakie weg bij Ajax? Be-lache-lijk, onmogelijk. ‘Sjaak Swart is de meest trouwe voetballer van Ajax,’ zegt Cruijff in het boek dat Raymond Bouwman over Mister Ajax schreef, met als ondertitel: De eeuwige jeugd van Sjaak Swart.
Geen wonder dat hij op zijn 75ste verjaardag, 3 juli, nog voetbalt, in hetzelfde Olympisch Stadion waar hij op 8 augustus 1973 in zijn 851ste wedstrijd afscheid nam en Ajax met 4-1 van Tottenham Hotspur won. Toen hij na rust werd gewisseld, stroomde het veld vol en werd hij door Piet Keizer en Ruud Krol op de schouders genomen. Sjakie huilde. Dochter Rebecca: ‘Ik had hem nog nooit zien huilen.’
Sjaak debuteerde op op 16 september 1956 tegen Stormvogels. Hij scoorde 217 keer en is daarmee de derde op de ranglijst van Ajax-topscorers na Cruijff en Piet van Reenen. Hij speelde 31 interlands waarin hij 10 maal scoorde. Hij begon op 26 juni 1960 in Mexico en maakte kort daarvoor toestanden in het vliegtuig mee waardoor hij zijn leven lang vliegangst had. Terwijl hij daarna met alleen al Ajax heel Europa afreisde. ‘’s Nachts voor het vertrek vliegen ze over m’n hoofd,’ zei hij eens.
Zijn laatste duel in Oranje, op 30 augustus 1972, was ook uit, in het toenmalige Tsjechoslowakije. Sjaak speelde met Ajax in de Europa Cupfinale van 1969 in Madrid (4-1 voor AC Milan), werd in 1971 tegen Panathinaikos in de rust –tot zijn verbijstering- vervangen, won daarna met Ajax in 1972 in Rotterdam van Inter en werd in 1973 tegen Juventus door trainer Kovacs op de bank gehouden, ook al pijnlijk. Maar hij werd 8 x landskampioen met Ajax, won 5 x de KNVB-beker, eenmaal de wereldbeker (1972) en twee keer de UEFA-Super Cup. Zegt dat hij nu nog –op zijn bijna75ste, met lucky Ajax nog zo’n dertig keer per jaar voetbalt.
Johan Cruijff. Dennis Bergkamp, Jari Litmanen, Ronald en Frank de Boer, Rafael van der Vaart en Wesley Sneijder komen op zijn afscheidswedstrijd.
Afscheid? Laten we niet te snel zeggen. Je weet het nooit met Sjakie. Hij traint ten slotte nog tweemaal per week.