Een van de beroemdste niet-Amerikaanse basketballers was hij: de Rus Sergei Belov. Hij overleed op 3 oktober in Perm in de Oeral, 69 jaar oud, op dezelfde dag dat ex-teamgenoot Alexander Belov in 1978 overleed.
Hij scoorde maar liefst 20 van de 51 punten die de Sowjet-Unie in 1972 na een beruchte finale tegen de VS aan Olympisch goud hielp. Drie seconden voor het einde van de finale op 10 september 1972 in München scoorde Doug Collins 50-49 en voor het eerst stond de VS voor. Reglementair was de tijd stil gezet.
Toen ontdekte de Braziliaanse scheidsrechter Renato Righetto protesterende Russische officials, die claimden om een time-out te hebben gevraagd en stopte één seconde voor het einde, maar de Engelsman Williams Jones van de wereldbond FIBA maakte er weer drie seconden van. Na een Russische misser juichten de Amerikanen en weer kwam Jones tussenbeide. Hij vond dat de hervatting te snel was gegaan, wat opnieuw tot een minutenlange discussie leidde.
Vervolgens gaf Ivan Yedeshko, foutief staande op de achterlijn, een pass naar Alexander Belov (geen familie) die niet alleen twee Amerikanen wegduwde, maar hij stond ook vijf seconden in de zone waarin hij er drie mocht staan. De Amerikanen weigerden later hun zilveren medaille te aanvaarden. Zij voelden zich bestolen. Ze hadden tot dan toe 71 keer gewonnen en nog nooit verloren. In de protestcommissie, ingesteld door Jones, zaten drie oostblokaanhangers, een Hongaarse voorzitter, een Pool en een Cubaan, die een Italiaan en een Puertoricaan overstemden.
De Amerikaanse medailles liggen nog steeds in een Zwitserse kluis. Sommige spelers van dat team hebben testamentair laten vastleggen dat die zilveren plakken na hun overlijden niet posthuum mogen worden uitgereikt. (Bron: Kroniek Olympische Spelen en sportgeschiedenis.nl)