Met het openen van een flesje Coca Cola heeft directeur Carla de Groot vanochtend de Olympische zaal 1928 in het Olympisch Stadion officieel geopend. Het Stadion en de frisdrank hebben voor de totstandkoming van wat ook de Olympic Room 1928 wordt genoemd, een vierjarige verbintenis afgesloten. Het is een zaal voor bijeenkomsten en vergaderingen waarin de geschiedenis van het Olympisch Stadion, de Olympische Spelen en Coca Cola te zien valt.

‘Geschiedenis is geen kwestie van verleden tijd,’ zei sporthistoricus Jurryt van de Vooren in zijn speech, ‘de geschiedenis is de toekomst.’ Hij verwees naar Coca Cola dat voor het eerst in 1928 de Olympische Spelen sponsorde, voor het eerst die drank in Nederland introduceerde, en dat nog doet. Hij verwees naar de Olympische vlam die in 1928 voor het eerst in Amsterdam vlamde en nu in de hele wereld een bezienswaardigheid is.
Hij vermeldde de enorme belangstelling vandaag de dag voor vrouwenatletiek en wees ook hier terug naar 1928 toen vrouwen voor het eerst aan atletiek op de Olympisch Spelen mochten meedoen. Hij liet de eerste foto zien met de parkeerplaats voor het Stadion -nog nooit waren er zoveel mensen voor een evenement naar Nederland gekomen en nog nooit waren er zoveel auto’s te zien geweest. In Amsterdam werd de P uitgevonden om de parkeerplaats aan te duiden, vandaag de dag algemeen in de wereld.

In de Olympische zaal 1928 is een replica van het Coca Colahuisje waar de Nederlanders in 1928 voor het eerst die drank konden kopen. De eerst cola, duizend flesjes, bracht de Amerikaanse ploeg in 1928 met het schip binnen, het schip waarop die ploeg tijdens de Spelen gehuisvest was.