Goed bezochte Ledenvergadering en boeiende Sportpresentatie

De Algemene ledenvergadering van 28 maart was goed bezocht. Een groot aantal leden kwam naar Carla de Groot erelidRegardz om het jaar 2011 officieel af te sluiten en afspraken te maken voor de toekomst. Bestuurslid Carla de Groot trad af en werd tot erelid gebombardeerd. Renze Hasper blijft nog even secretaris/penningmeester tot voorzitter Nelleke Penninx terug is uit Nieuw Zeeland. En Martin Truijens, verantwoordelijk voor de coaching bij het zweminstituut Amsterdam, hield aansluitend op de Algemene Ledenvergadering van onze Sociëteit Olympisch Stadion samen met  Peter Beek een boeiende presentatie over het hogere niveau van het Nederlandse zwemmen.

 

Hetgeen mede te danken is aan zijn inspanningen, die hij als zwemcoach er in gestoken heeft en dat nog steeds doet. Onder leiding van Martin Truijens werd Chantal Groot in 2008 Europees kampioen en Femke Heemskerk tweede van de wereld op de korte baan. Voor zijn prestaties werd Martin Truijens in 2007, 2008 en 2009 verkozen tot coach van het jaar in Amsterdam. Op 13 januari 2012 is Martin aan de VU gepromoveerd. Zijn proefschrift heeft als titel: “Work in Progress Training and Adaptation in Swimming”. Natuurlijk mede met het oog op de Olympische Spelen 2012 in Londen, luisterde een flink gezelschap bij Regardz in het Olympisch Stadion met grote belangstelling naar zijn voordracht. Na afloop gaf hij op verzoek nog een korte toelichting over zijn gespreksonderwerp. Zoals onderstaand verwoord.                                   

 

De prestatieverschillen in de topsport zijn veelal te klein om met wetenschappelijk onderzoek aan te kunnen tonen. Wanneer bijvoorbeeld het koningsnummer van het zwemmen, de 100m vrije slag, onder de loep wordt genomen, blijkt dat het verschil tussen goud en zilver slechts 0,64% ofwel 0,3 sec. bedraagt en dat het verschil tussen de winnaar en de traagste finalist in de orde van grootte van 3% ligt. Het betreft hier het gemiddelde verschil berekend over alle naoorlogse Olympische 100m vrije slag finales. Deze verschillen zijn in de afgelopen 20 jaar bovendien alleen maar kleiner geworden (0,5 en 2,6%). Onder streng gecontroleerde omstandigheden (protocol, apparatuur, testleider, testmoment) ligt de betrouwbaarheid (herhaalbaarheid) van de meeste wetenschappelijke metingen gerelateerd aan sportprestaties tussen de 2 en 5% (Gore, 2000). Met andere woorden: binnen de topsport zijn de verschillen tussen winnen en verliezen zo klein dat die binnen de foutmarge van wetenschappelijk onderzoek vallen.

 

presentatie sport en technologieHet bovenstaande zou al snel tot de gedachte kunnen leiden dat het een onmogelijke opgave is om aan de hand van wetenschappelijk onderzoek uitspraken te doen over sportprestaties of over de effecten van trainingsinterventies op die prestaties. Dit spanningsveld tussen wetenschap en praktijk is regelmatig ‘voelbaar’ in de sport. Enerzijds zorgen voortschrijdende (technologische) ontwikkelingen ervoor dat steeds meer – en in meer detail – aan sportprestaties gemeten en gerekend kan worden. Anderzijds blijkt de interpretatie van de daaruit voortkomende data en de vertaling daarvan in praktisch bruikbare instructies een langduriger en ingewikkelder taak dan verwacht. Daarnaast blijkt veel reeds bestaande wetenschappelijke kennis de sportpraktijk niet of slechts mondjesmaat te bereiken en blijkt regelmatig dat de werkwijze van werkers in de sport de wetenschapper niet bereiken.

Kortom, er ligt nog altijd een interessante uitdaging om wetenschap en sportpraktijk dichter bij elkaar te brengen. In mijn werk als trainer/coach van het Nationaal Zweminstituut Amsterdam (NZA) bevind ik mij dagelijks precies op het snijvlak van wetenschap en praktijk. Ik ben er van overtuigd dat ik juist op dat snijvlak het verschil kan maken. Want, hoewel wetenschap en praktijk soms ver uit elkaar lijken te liggen, zijn er ook vele overeenkomsten. Zowel in de topsport als in de wetenschap probeert men de grenzen van het eigen vakgebied te verkennen en deze vervolgens te verleggen om tot respectievelijk nieuwe prestatieniveaus en nieuwe inzichten te komen. Daarvoor moet men buiten bestaande kaders durven denken en handelen: “If you do what you did, you will get what you got”.

No comments yet.

Leave Your Reply

Sociëteit Olympisch Stadion

De Sociëteit Olympisch Stadion is een vereniging van mensen met een groot hart voor de sport – voor Olympische inspiratie en uitwisseling. Haar bijzondere ledenbestand is rijk aan (top)sporters, sportorganisatoren, -bestuurders en -journalisten. Al sinds 1967 huizen wij in het mooiste clubhuis van Nederland, het Olympisch Stadion. Vanuit de plek waar het Olympisch Vuur broeit, organiseren wij borrels, debatten en evenementen met aandacht voor ‘t verleden, de actualiteit en de talenten van de toekomst.

Tweets