Vandaag een eeuw geleden, 5 april 1914, werd in Amsterdam het eerste stenen sportstadion van ons land geopend.
Tienduizenden mensen verdrongen zich aan de Amstelveenseweg om te kijken naar de interland tussen Nederland en Duitsland, die door een Duitse goal in de laatste minuiut in 4-4 eindigde. Opeens werd zichtbaar hoe populair sport was geworden.
De Nederlandse sport veranderde die dag definitief van aanzien. Begin vorige eeuw werd er gesport op veldjes her en der. Een club kreeg van een boer of gemeente vaak voor een paar jaar toestemming om gebruik te maken van wat nutteloze vierkante meters totdat er een betere bestemming voor was gevonden.
Er bestond alleen nog nergens in Nederland een stadion voor grote, nationale evenementen. Op 5 april 1914 kwam aan dit tekort een einde door de officieuze opening van het Amsterdamsche Sportpark aan de Amstelveenseweg, ook wel Het Stadion genoemd, als voorganger van het huidige Olympisch Stadion.
Hoofdredacteur Leo Lauer van het tijdschrift Revue der Sporten was lyrisch. Hij had hij eindelijk meegemaakt dat zijn sport een eigen tempel had. ‘Deze Zondag nu, deze vijfde April, is gewis een dag van kracht geweest. Van kracht, omdat geopend is dit grootsch bouw-gewrocht, ontstaan door den moed, door de vooruitstrevendheid, door het organisatie-vermogen, door architectonische uiting bovenal van mannen, waarop ons Nederland met recht trotsch mag zijn. Van kracht, wijl deze officieuse opening gevierd werd met een voetbal-festijn, geweldiger van omvang nog dan voorgaand sport-gebeuren.’
Zie voor het volledige verhaal www.sportgeschiedenis.nl