(door Bep van Houdt, met dank aan Bab Barens)
Een van de beste en bekendste –en gezelligste- Amsterdamse sportjournalisten is zaterdag 24 september overleden. Anton Witkamp, geruime tijd ziek, overleed enkele dagen voor zijn 82ste verjaardag.
Anton was bij het begin van de Sociëteit Olympisch Stadion lidnummer 98 – dat hij lid werd, was normaal want hij behoorde tot de groep gezaghebbende sportjournalisten in die tijd, schreef veel over Ajax en ook over zwemmen. De van het ANP overgekomen Anton volgde Jan Blankers op als chef sport van de Telegraaf, de krant die hij 37 jaar diende, waarvan de laatste 15 jaar als lid van de hoofdredactie. In zijn 10-jarige periode als chef sport, waarin hij ook columns schreef onder het pseudoniem Karel Kers, was hij de grondlegger van de pagina’s Telesport.Iets heel speciaals was zijn idee om een Europese Supercup te lanceren, de winnaar van de Europa Cup 1 (later Champions League Trophy) en de winnaar van de Europese beker voor bekerwinnaars die in 1972 voor het eerst werd gespeeld. Ajax was in twee duels de beste tegen Glasgow Rangers. Een jaar later erkende de Europese voetbalbond UEFA de cupstrijd en werd die officieel. Ajax speelde in die jaren het mooiste voetbal en Anton Witkamp vond dat er een strijd tussen de beide cupwinnaars moest komen om de echte, sterkste Europese ploeg aan te wijzen- vandaar de komst van de Super Cup.
Tijdens de succesjaren van Ajax 1967-1973 heb ik als Ajax-verslaggever van Het Parool het genoegen gehad vaak met hem op te trekken en met Anton was het vaak lachen. Menigeen herinnert zijn duik in een kroonluchter van een nieuw Madrileens hotel. Hij lustte er best een maar eerlijk is eerlijk: ’s ochtends vroeg was hij als een van de eersten bij het ontbijt, fris als een hoentje en meteen weer scherp oplettend, want er ontging hem weinig tot niets. Over dat lusten nog een anecdote die Andre van Duin vertelde bij Antons afscheid wegens pensioen: “Als hij de bel van de schrijfmachine hoorde, dacht Anton: begin happy hour.”
We hebben veel mooie uren met Anton beleefd, vergeten die, maar vooral hem, niet.