1928, de P van parkeren ingevoerd

Op 17 mei 1928 werd in Amsterdam het parkeerbord geïntroduceerd – een wereldprimeur. Het was uitgevonden om de buitenlandse bezoekers van de Olympische Spelen duidelijk te maken waar ze hun auto moesten parkeren, schrijft Jurryt van de Vooren op sportgeschiedenis.nl

In de jaren 20 van de vorige eeuw werd het steeds drukker in Amsterdam, vooral door de opkomst van de automobiel. ‘Waarheen met de auto’s?’ schreef De Telegraaf in 1926. ‘Hoe langer, hoe meer begint het vraagstuk van het parkeeren van auto’s in onze stad acuut te worden, en voordat het jaar der Olympische Spelen er is, zal er naar een oplossing moeten gezocht worden.’

Op 1 mei 1927 werd het probleem goed zichtbaar tijdens de voetbalwedstrijd Nederland – België. Hoofdinspecteur Bakker van de verkeerspolitie telde die dag precies 1.820 auto’s bij het Oude Stadion, wat een record voor Amsterdam was. Tijdens de Olympische Spelen werd veel meer autoverkeer verwacht, zodat de stad snel met oplossingen moest komen. Hiervoor werden parkeerplaatsen rond het stadion gemaakt met nieuwe verkeersborden: rond en blauw met een witte P. Het was de nieuwe internationale aanduiding voor de parkeerplaats, ook begrijpelijk voor bezoekers die geen Nederlands spraken. Bij het Stadsarchief liggen hiervan de ruwe schetsen, want iemand moest tenslotte het parkeersymbool voor de eerste keer op papier zetten.

Amsterdam maakte hier op 17 mei 1928 kennis mee, op de dag dat het Olympisch hockeytoernooi begon. De echte test was twee weken later tijdens het Olympisch voetbaltoernooi toen het Nederlands elftal en Uruguay tegen elkaar speelden. Er kwamen zoveel automobilisten dat de verkeersteller halverwege de kluts kwijtraakte.

‘In Amsterdam kan geen auto meer over zijn,’ meende Het Algemeen Handelsblad, ‘ja in heel Nederland moet een autoleegte zijn ontstaan. In het geheel, zoo is de schatting, moeten er 4 – 5000 wagens zijn aangereden.’ Tijdens Duitsland – Uruguay enkele dagen later was het nog drukker toen Duitse dagjesmensen naar Amsterdam reden. Los van de vele auto’s stroomden ook nog eens duizenden Duitsers vanuit het station de stad in om de wedstrijd mee te maken, die door Uruguay werd gewonnen. Hoe dan ook: het record van 1.820 auto’s was genadeloos verpulverd.

Vanuit Amsterdam begon het parkeerbord aan een internationale opmars. Curaçao voerde het in juni 1928 in. De Volkenbond, de voorloper van de Verenigde Naties, studeerde eind jaren 20 op een voorstel om voor de hele wereld zoveel mogelijk dezelfde verkeersborden in te voeren, zodat er meer internationale eenheid kwam. Hiervoor bestond zelfs een Permanente Volkenbonds-Commissie voor verkeer op den weg, die in 1929 positief oordeelde over het parkeerbord. Vanaf dat moment werd dit stapsgewijs over de hele wereld ingevoerd en is nu nog steeds gangbaar.

Denk dus even aan Amsterdam 1928 als je weer eens wanhopig naar een parkeerplaats zoekt, aldus Jurryt van de Vooren.

Bron: www.sportgeschiedenis.nl

Sociëteit Olympisch Stadion

De Sociëteit Olympisch Stadion is een vereniging van mensen met een groot hart voor de sport – voor Olympische inspiratie en uitwisseling. Haar bijzondere ledenbestand is rijk aan (top)sporters, sportorganisatoren, -bestuurders en -journalisten. Al sinds 1967 huizen wij in het mooiste clubhuis van Nederland, het Olympisch Stadion. Vanuit de plek waar het Olympisch Vuur broeit, organiseren wij borrels, debatten en evenementen met aandacht voor ‘t verleden, de actualiteit en de talenten van de toekomst.

Tweets