De Atletiekunie ontving dinsdagavond het bericht dat Xenia van Bijlevelt-de Jong op 90-jarige leeftijd is overleden. De op 4 maart 1922 in het Nederlands Oost-Indische Semarang geboren Xenia van Bijlevelt-de Jong maakte als Xenia Stad-de Jong deel uit van de estafetteploeg, die in 1948 op de Olympische Spelen in Londen goud won op de 4 x 100 m. Het team, dat verder bestond uit Fanny Blankers-Koen, Gerda van der Kade-Koudijs en Nettie Witziers-Timmer, verwierf met deze overwinning wereldfaam, omdat het Fanny Blankers-Koen aan haar vierde gouden medaille hielp, waardoor deze uitgroeide tot de meest succesvolle atlete van de Spelen. Op de individuele 100 m, waaraan Xenia Stad-de Jong in Londen deelnam, strandde zij in de halve finale.
(foto: (c) Bastiaan Heus, 2009)
Zelf werd Xenia van Bijlevelt-de Jong nooit Nederlands kampioene, daarvoor was in haar bloeiperiode de overmacht van Fanny Blankers-Koen te groot. Maar vanwege haar explosiviteit werd zij in haar tijd beschouwd als de ideale startloopster in estafetteteams. Hierdoor groeide zij uit tot een vaste kracht in het nationale team. Zo maakte zij ook in 1950 op de Europese Kampioenschappen in Brussel deel uit van het Nederlandse estafetteviertal en opnieuw leidde dit tot eremetaal. Samen met Puck Brouwer, Gré de Jongh en Fanny Blankers-Koen snelde de ploeg in 47,4 naar de zilveren medaille. De tijd was een evenaring van het nationale record, dat twee jaar eerder was gevestigd door dezelfde ploeg die olympisch kampioene was geworden.
De rappe sprintster, die vanwege haar kleine gestalte ook wel ‘Klein Duimpje’ werd genoemd, stak haar mening nooit onder stoelen of banken. Gedurende de Tweede Wereldoorlog speelde zij een actieve rol in het verzet. De herinneringen aan de verschrikkelijke ervaringen, in die periode opgedaan, brachten haar na de oorlog soms in conflict met de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie, zoals bij de ceremoniële activiteiten rondom een interlandwedstrijd in het Duitse Oberhausen in 1952. Slechts indien zij zich op eigen gelegenheid naar deze wedstrijd zou begeven, mocht zij zich aan de officiële plichtplegingen onttrekken. Prompt kwam ze met een bevriende privé-chauffeur naar Oberhausen, om vervolgens samen met Hilde Veth, Puck Brouwer en Wil Lust voor Nederland de 4 x 100 m estafette te lopen.
Xenia van Bijlevelt-de Jong maakte in 1952 opnieuw deel uit van de olympische selectie, maar werd tot haar teleurstelling niet gekozen in de uiteindelijke ploeg voor de Spelen in Helsinki. Ze bleef hierna nog enkele jaren actief, totdat onder andere door een ernstige blessure het plezier eraf raakte. Ze ging andere sporten doen, maar liet de atletiek niet vallen. Tot ver in de jaren zestig was zij trainster bij enkele verenigingen; bovendien hield zij in de loop der jaren op diverse scholen in haar omgeving praatjes over sport en training. In 1955 werd haar door de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie het Unie Erekruis in goud uitgereikt.