‘Eeuw der snelheden’

Komende zomer zijn in het Olympisch Stadion de EK atletiek, het grootste sportevenement in Amsterdam sinds de Olympische Spelen van 1928. Om de historische waarde hiervan te belichten, maakt Jurryt van de Vooren in opdracht van het Stadsarchief Amsterdam een boek over sport in Amsterdam, met de nadruk op atletiek en het Olympisch Stadion. Het verschijnt deze maand. Hieruit een aantal alinea’s.

‘Om grip te krijgen op de huidige maatschappelijke positie van de sport is het van groot belang om te kijken naar de negentiende eeuw als tijdperk waarin de vervlechting tussen sport en maatschappij begon. Welke historische banden waren er in die beginfase tussen industrialisatie, natievorming en de opkomst van sport?
Halverwege die eeuw was het leven in Nederland in ieder geval in een opmerkelijke versnelling terechtgekomen. Sinds 1839 kon er gebruik worden gemaakt van de trein, waarmee reizigers zich veel sneller konden verplaatsten dan voorheen, en dat ook nog eens over grotere afstanden. In diezelfde tijd werden steeds meer wedstrijden gehouden, waarbij het ook om snelheid draaide – op het paard, met de schaats of lopend. In 1844 was er in Den Haag een zwemwedstrijd – volgens de Rotterdamsche Courant ‘nieuw in zijne soort’. Het waren de beginjaren van de sport, waarbij de vraag is of er in die tijd al verbanden werden gelegd met de versnelling van het leven.

De Leeuwarder Courant had daarover iets interessants te melden op 18 januari 1848: ‘Wanneer wij in den zomertijd de dagbladen dezer Provincie in handen nemen, dan trekken de talrijke aankondigingen onze aandacht van harddraverijen met paarden, onder den man, met paard en chais, van galloppeer-partijen, ja zelfs van hardlooperijen van mannen en jongens; dan als de kille adem van den wintervorst over Vriesland een net uitspreidt van ijsbanen , even wemelend van menschen en even snel te berijden, als de spoorweg-netten van onze Zuidelijke en Oostelijke naburen, dan ziet men overal den wedstrijd van spierkracht en snelheid.’

Zo legde de krant inderdaad een verband tussen het nieuwe verschijnsel van de trein en de toenemende populariteit van wedstrijden. Er werd in dit verhaal alleen niet gesproken over De IJzeren Eeuw om de bijzonderheid van die tijd te benadrukken, maar over De Eeuw der Snelheden.

Deze uitdrukking was niet door de Leeuwarder Courant zelf bedacht, maar in 1830 al eens gebruikt door het Algemeen Letterlievend Maandschrift. Dat gebeurde in een artikel over de vraag hoe ze het toenmalige tijdsgewricht moesten noemen. Het tijdschrift De Recensent, ook der Recensenten gebruikte hiervoor de term De Mechanische Tijd, maar daar waren de letterlievers het niet mee eens. ‘Wij nemen de vrijheid in bedenking te nemen, of de benaming van TIJD of EEUW DER SNELHEDEN niet nog veel gepaster zoude zijn.’ [Hoofdletters stonden in de originele tekst.] Als belangrijke reden wees het maandschrift erop dat de snelheid van reizen enorm was toegenomen, ‘zoo wel te land als ter water’.

Met De Eeuw der Snelheden worden dus verschillende maatschappelijke en politieke processen uit de negentiende eeuw gevangen, zoals de natievorming van Nederland, de industrialisatie (het stoomwezen), de vervoersmogelijkheden én de opkomst van de sport. Voor historici met oog voor sport is dit begrip daarom veel beter bruikbaar dan De IJzeren Eeuw, want tenslotte heeft sport minder met ijzer te maken dan met snelheid.’

Bron: sportgeschiedenis.nl

Sociëteit Olympisch Stadion

De Sociëteit Olympisch Stadion is een vereniging van mensen met een groot hart voor de sport – voor Olympische inspiratie en uitwisseling. Haar bijzondere ledenbestand is rijk aan (top)sporters, sportorganisatoren, -bestuurders en -journalisten. Al sinds 1967 huizen wij in het mooiste clubhuis van Nederland, het Olympisch Stadion. Vanuit de plek waar het Olympisch Vuur broeit, organiseren wij borrels, debatten en evenementen met aandacht voor ‘t verleden, de actualiteit en de talenten van de toekomst.

Tweets